oud fransch geslacht,afstammende van eenen tak dpr graven de la Marche in de 10e eeuw.
(Henri de), graaf van Chalais, geb. 1599, gunsteling van Lodewijk XIII en minnaar van de hertogin van Chevreu«e, met wie hij een komplot smeedde tegen Kichelieu, die echter de lucht daarvan kreeg ; de 26-jarige T. werd ter dood veroordeeld, en ondjrging dat vonnis dan ook in 1626.
T.-Fórigord (Charles Maurice, prins van), geb. 1754 te Parijs, sedert 1788 bisschop van Aulun, nam deel aan de omwenteling,en ging naar Amerika. Na de omverwerping van het Schrikbewind in Frankrijk teruggekeerd, werd hij 1797 minister van bui tenlandsche zaken, sloot zich aan Bonaparte aan, was dezen behulpzaam bij den staatsgreep van 18 Brumaire, bekleedde onder het keizerrijk verscheidene gezantschapsposten, werd tot soevereine vorst van Benevent verheven, doch leefde van 1808 ambteloos op zijn landgoed Valencay. In 1814 was T. een der ijverigste bewerkers van het herstel der Bourbons, en werd onder Lodpwijk XVI11 prins, pair, opperkamerheer en minister; op het Weener congres vertegenwoordigde hij Frankrijk. Na de tweede restauratie werd T. aan het hoofd van het ministerie geplaatst, doch trad na verloop van eenige maanden af. In 1816 schonk de koning van Napels aan T. het prinsdom Dino ten geschenke, waarvan T. den titel in 1817 overdroeg op zijnen neef. Lang leefde T. onttrokken
aan de staatkunde; doch na de Juli-omwenteling ging hij in Sept. 1830 als fransch gezant naar Londen, daar hij de man bij uitnemendheid was, om de nieuwe dynastie aangenaam te maken bij de oude regeeringen. In 1834 bracht hij het Viervoudig verbond tot stand ; keerde 1835 voor goed tot het ambteloos leven terug, en stierf 17 Mei 1838. Zijne Mémoires mochten eerst 30 jaren na zijnen dood in het licht verschijnen.