Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Stuart

betekenis & definitie

oude schotsche familie, afstammende van Banquo, overste of thane van Lochaber, die vermoord werd door Macbeth. In 1060 werd Waltcr, een zoon van Banquo, door koning Malcolm III benoemd lot rijkshofmeester(engelsch Steward,schotsch Stuart), en de naam dier waardigheid bleef van dat oogenblik erfelijk in zijne familie.

De achterklein-zoon van Walter, nl. Walter IV, trad in den echt met Marjaria, dochter van Schotland's koning Robert I, en uit dit huwelijk werd een zoon geboren, die in 1370 den troon beklom als Robert H, tot 1390 regeerde, en stichter werd van de dynastie S. Zijne afstammelingen regeerden over Schotland tot Jacobus VI, die 1603 geroepen werd om koningin Elizabeth op te volgen op den troon van Engeland, onder den naam van Jacobus I. Zijn kleinzoon Jacobus II was de laatste koning uit de dynastie

S., die door de omwenteling van 1688 van den troon werd gestooten. De voornaamste oorzaken, die de dynastie S. ten val brachten, waren gehechtheid aan 't absoiutismus en verdrukking van gewetensvrijheid. Zie overigens de namen ANNA, JACOBUS, KAREL,, MARIA.

< >