eene niet zeer talrijke secte onder de Joden, gesticht in de 3e eeuw v. Chr. door zekeren Zadok; de S. verwierpen alle overlevering, geloofden noch aan engelen noch aon de onsterfelijkheid der ziel, en hielden de volmaking in de deugd onbestaanbaar met al wat naar beperking van den vrijen wil zweemde.
In de 2e eeuw werden de S. staalkundige partij, en waren altijd bestrijders van de Phariseeën. Onder de regeering van Hyrcanus I en van Aristobulus I stonden de S. op het toppunt van hunnen invloed. Hun aanhang verminderde later, zoodat ze geheel en al te niet gingen; doch in de 8e eeuw herleefde de secte der S. onder den naam van Careeërs of Caraïeten. Zie CARAIETEN.