biograaf en moralist, geb. omstr. 48 na Chr. te Cberonea in Beotië, studeerde in zijne jeugd letterkunde en philosophie, werd door zijne geboortestad lot verscheidene onderhandelingen gebruikt, kwam naar Rome onder Domitiaan, leeraarde daar philosophie, bekleedde onder Trajanus en Adriaan eenige burgerlijke eereambten, en stierf tusschen 120 en 131 na Chr. als archon en priester van Apollo in zijne geboortestad, waar hij sedert jaren teruggekeerd was. Zijne philosophische werken worden gewoonlijk onder den naam Moralia samengevat.
Van zijne historische werken zijn inzonderheid belangrijk de Vila parallels (zijnde 44 levensbeschrijvingen van beroemde Grieken en Romeinen). De complete werken van 1’. zijn in ’t Latijn vertaald door Cruserius (1564—73); oorspronkelijke editiën leverden H. Estienne (13dln., Geneve 1572), Reiske (12 dln., Leipzig 1774), J. B. de Hütter (14 dln. 1791—1805), en verscheidene anderen.