Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Pitiscus

betekenis & definitie

(Bartholomeüs), duitsch wiskundige, geb. 1561 te Schlaune (bij Grunberg in Silezië),sedert 1594 opper-hofprediker van keurvorst Frederik IV van de Palts, gest. 2 Juli 1613 te Heidelberg, leverde o. a. den Thesaurus mathematicus van Rhelicus.

(Samuël), achterneef van den vorige, geb. 1637 te Zutphen, eerst rector aldaar, sedert 1682 rector te Utrecht, gest. 1707, leverde o.a.een Lexicon Lalino-Belgicum (Amsterdam 1704), een Lexicon antiquilatum romanarum (2 dln. Leeuwarden 1713); enz.

< >