ook Alexander (Alexandros), zoon van den trojaanschen koning Priamus en van Hecuba, vermaard door zijne schoonheid en laaghartigheid, werd dadelijk na zijne geboorte te vondeling gelegd, omdat zijne moeder gedroomd had, dat zij eene fakkel ter wereld bracht, die Europa en Azië zou verwoesten te vuur en te zwaard. Hij werd grootgebracht door veehoeders op den berg Ida.
Tot scheidsman gekozen in den wedstrijd der godinnen Minerva, Juno en Venus, om te beslissen aan wie van haar drieën de prijs der schoonheid (een gouden appel) moest worden toegewezen, schonk hij dien prijs aan Venus. Later door Priamus erkend en in zijn paleis opgenomen, werd P. naar Griekenland gezonden, om Hesione terug te eischen, die door Hercules geschaakt was; bij die gelegenheid schaakte hij de schoone Helena, gemalin van Menelas, koning van Sparta, die hem aan zijn hof had ontvangen : dit werd de aanleidende oorzaak tot den Trojaanschen oorlog; in dien oorlog bood P. aan, om zich in een tweegevecht met Menelas te meten, doch hij ging voor dien held op de vlucht. Een geoefend boogschutter zijnde, doodde P. op verraderlijke wijze Achillès; hij werd zelf doodelijk gekwetst door Pyrrhus of door Philoctetes. In zijne laatste oogenblikken werd hij bijgestaan en verpleegd door de herderin (Enone, die hij verraden en verstooten had.