Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Ida

betekenis & definitie

1) tegenw. Kas-dagh, kleine keten bergen in aziat.

Turkijé, prov. Anadoli, dus in het oude Mysié en hel landschap Troas. Aan den voet van den 1. lag de stad Troje. Op den I. werd de straf aan Paris voltrokken (zie 1’ABIS); op den I. ontsprongen de Scamandrus.de Rhesus, de Granicus.2) tegenw. Ypsiloriti of Monte-Giovio, bergketen (7100 vt. hoog) midden op het eiland Creta, van het W. naar het 0.; op de I. woonden de Dactylen, door wie Jupiler opgevoed werd. Zie DACTÏLI.

< >