naam van vier hoogepriesters der Joden, nl.:
I, regeerde van 321 tot 300 v. Chr.
II, van 241 tot 229 v. Chr.
III, volgde anno 200 v. Chr. zijnen vader Simon 11 op. regeerde het land met wijsheid, doch werd onder AntiocbnsEpiphanes afgezet, en vervangen door zijnen broeder (zie JASON 3), die echter reeds spoedig plaats moest maken voor Menelas. Vervolgens naar Antiochië ontboden, om verantwoording af te leggen van zijn gehouden gedrag, werd O. op bevel van Menelas door Andronicus vermoord,
IV, zoon van Onias 111, regeerde niet in Judea, doch stond in zoo hooge gunst bij Plolerneüs IV en Clenpatra, dat hem vergunning verleend werd, om in de nabijheid van Bubastis eenen joodschen tempel te bouwen, en daar verblijf te houden als sonverein. Reeds spoedig ontstond er rondom dien tempel eene stad, die den naam aannam van Onium. Toen Cleopatra weduwe geworden was, benoemde zij O. tot opperbevelhebber over hare troepen, om ten behoeve van haren zoon oorlog te voeren. legen Plolerneüs Physcon; door dezen echter werd 0. gevangen genomen en ter dood gebracht.
