of Menelaus,
1) koning van Sparta, broeder van Agamemnon, beklom den troon na Tyndarus. Hij was gehuwd met de schoone Helena, die zich liet schaken door Paris, zoon van Priamus, den koning van Troje. Deze hoon, M. aangedaan, bracht geheel Griekenland op de been, om den schaker te noodzaken tot teruggave van M.’s gemalin, tot welk einde zij Troje gingen belegeren. Gedurende dat merkwaardige beleg deed M. herhaalde malen wonderen van dapperheid, en had zelfs een tweegevecht met Paris, die ten laatste zijn behoud zocht in de vlucht. Na de inname van Troje werd Helena aan M. teruggegeven, en nam hij met haar de terugreis aan: zij leden echter schipbreuk, zwierven nog 8 jaren rond langs de kusten van Phenicié, Egypte en Lybié, en bereikten Sparta eerst, toen Orestes den dood had gegeven aan Clytemnestra en Egisthus. Kort na zijne terugkomst stierf M.
2) grieksch wiskundige uit Alexandria, leefde ten tijde van Trajanus, en schreef drie boeken Sphairica, waarvan wij slechts eene latijnsche vertaling bezitten, o. a. uitgegeven door Maurolycus (Messina 1558) en door Hatley en Costard (Oxford 1758).