de laatste der twaalf zonen van NeIeüs (koning van Pylos) en Chloris, was de eenige van zijne gansche familie, die door Hercules gespaard, werd, en erfde toen zijns vaders rijk. Hij was tegenwoordig bij den strijd der Lapilhen en Centauren, nam als aanvoerder der Pyliërs en Messeniërs met 90 schepen deel aan het beleg van Troje, waar hij het verdriet bad zijnen zoon Antiloehus te verliezen.
Dat N. toen hoog bejaard was blijkt uit de woorden van Homerus, »dat N. drie menschenlevens doorleefd had”; ook wordt N. door de dichters geroemd om zijne wijsheid cn welsprekendheid.