Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Naumburg

betekenis & definitie

1) stad in Keurhessen, prov. Neder-Hessen, aan de zich in de Eder ontlastende Elve; 1850 inw.

2) stad in 't pruis. reg.-district Merseburg, aan de Saaie en den Thuringschen spoorweg, 7 oren gaans bezuidw. Merseburg; 14,500 inw.; oude gothische domkerk (voltooid 1349); bekend is het jaarlijks te N. gevierd wordende kinderfeest, ter herinnering van het ontzet der stad na het merkwaardig beleg door de Hussieten onder Procopius (28 Juli 1432). Hoorden Vorstendag te N. 27 Jan. 1451 werd de Saksische Broeder-oorlog beëindigd. Te N. werd 24 Febr. 1554 ook het verdrag (Naumburger verdrag) gesloten tusschen JohanFrederikden Grootmoedige (na zijn terugkeer uit de gevangenschap) en keurvorst August, waarbij aan eerstgenoemden eenig land afgestaan werd. Ook het Naumbumer Erfrerdraglnsschea Brandenburg,Hessen en Saksen werd hier gesloten (28 April 1457). Het voormalige bisdom of hoogstift TV. (12 vierk. mijlen met omslr. 40,000 bewoners) werd in 968 gesticht door keizerOtto l,en 1564herschapen ineenprotestantsch domkapittel.
3) stad aan den Boher.in 't pruis. reg.-district (enl 2 mijl. benoord w. de stad) Liegnitz; 950 inw.
4) stad aandenQueis.in’t pruis.reg.dislr. (en 7 mijlen ten westen van de stad) Liegnilz; 1800 inw.
5) N. var dent Walde; zie N£UNBURG.