(graven van), oud italiaanscli geslacht, dat zijn gralelijken titel ontleende aan het kasteel Montefeltro in de Mark van Ancona. Dit geslacht stond in de 13e en 14e eeuw aan het hoofd der Gibellijnen, en had de steden Pisa, Urbino en verscheidene andere onder zijn gezag.
De voornaamste leden van deze familie zijn geweest:(Guido de), door die van Pisa tot aanvoerder gekozen 1290 om oorlog te voeren tegen de Florentijnen, l.uckeezen en Genueezen; hij maakte zich omstr. 1294 van de stad Urbino meester, die sedert onder het gezag der familie M. bleef.
(Frederik de), regeerde van 1444 tot 1482, cn was de eerste, die den titel van hertog van Urbino voerde, welke titel aan hem geschonken werd door paus Sixtus IV, wiens neef Giovanni (Jan) de la Rovero getrouwd was met zijne tweede dochter.
(Guid'Ubaldo de), zoon van den vorige, en laatste hertog van Urbino uit het geslacht M. Hij werd 1502 van den troon gestooten door Cesar Borgia, doch in hetzelfde jaar hersteld, en stierf 1508, zijn rijk nalatende aan F. Maria de la Rovero, zijn aangenomen zoon, een neef van Julius II.