Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Missionarissen

betekenis & definitie

d. i. Zendelingen, die werkzaam zijn ter verbreiding van het Christendom; onder den naam M. verstaat men gemeenlijk alleen die der roomsch-katholieke Kerk, terwijl de M. der protestantsche kerkgenootschappen gewoonlijk met den naam van Zendelingen aangeduid worden (zie het art.

ZENDELING-GENOOTSCBAP). Tot 1622 gingen de M. naar geen vaste voorschriften te werk, doch ieder hunner volgde de stem van zijnen ijver voor het Evangelie; hierin werd eene wijziging gebracht door paus Gregorius XV, die in genoemd jaar de Congregatie der Propaganda (de Propaganda fide) stichtte, uit welke het Seminarie der Buitenlandsche Missiën geboren werd, dat in 1663 te Parijs werd gesticht door pater Bernard van de Heilige Theresia. Geestelijken van alle orden werden in dat seminarie aangenomen, om er opgeleid te worden tot de zendingtaak. Indié, China, Japan, de eilanden van Australië, en de Nieuwe wereld openden voor den werkijver der M. een onmetelijk veld; en ofschoon die ijver aan menigeen hunner het leven heeft gekost, hebben de M. hunne pogingen dikwijls bekroond mogen zien met den gewenschten uitslag. Zie Missiën.

< >