Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mendelssohn

betekenis & definitie

(Mozes), joodsch geleerde, geb. 10 Sept. 1729 te Dessau, waar zijn vader joodsch schoolmeester was, werd na volbrachte studiën gouverneur (huisonderwijzer) over de kinderen van den zijdefabrikant Bernard te Berlijn, die hem later als deelgenoot in zijne fabriek opnam. Hij stierf te Berlijn 4 Jan. 1786.

Toen M. nog studeerde had hij hel geluk in kennis te komen met den beroemden Lessing, met wien hij levenslang bevriend bleef; M. zelf werd later een der beroemdste philos. schrijvers van Dnitschland; bet hoofdstreven van M. was: zooveel mogelijk toenadering te bewerken tusschen Joden en Christenen. De werken van M. zijn verzameld door zijnen kleinzoon Georg Benjamin M. (7 dln. Leipzig 1843—45).M. en Compagnie, bankierskantoor te Berlijn, gesticht door M.’s twee oudste zonen Jozef (geb. 11 Aug. 1770, gest. 24 Nov. 1848) en Abraham (geb. 10 Dec. 1776, gest. 19 Nov. 1835).

(Karl Theod. Nathan), derde en jongste zoon van Mozes, geb. 8 Dec. 1782, gest. 8 Jan. 1852 als hoofdambtenaar bij het zegelkantoor te Berlijn.

(Twee dochters had Mozes): de oudste was gehuwd met F. von Schlegel; de jongste, ongehuwd, was gouvernante over de eenige dochter van generaal Sebastiani, de later zoo ongelukkige hertogin van Praslin.

(Georg Benjamin), zoon van Jozef M., geb. 1794 te Berlijn, werd professor der geographie en statistiek te Berlijn.

< >