Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Benjamin

betekenis & definitie

(d. i. zoon des heils), jongste zoon van den aartsvader Jacob bij Bachel, de eenige volle broeder van Jozef. Het gebied van zijnen stam log tusschen de stammen Ephraim, Dan en Judain Midden-Palestina, aan denJordaan.metdestedenJericbo en Bethel.

De eerste koning van Israël (Saul) was een afstammeling van B.; en na den dood van Salomon vormde de stam Juda met den stam B. het koningrijk Juda.