lat. Mauritania (thans koninkrijk Fez in 't rijk van Marocco, en een gedeelte van Algerië) heette in de oudheid het noordwestelijk gedeelte van Afrika; het werd M. genoemd naar het aldaar wonende volk: Mauri of Maurusii (d. i.
Mooren). Sedert overouden lijd werd M. geregeerd door koningen ; doch historisch bekend is het eerst sedert den oorlog van Jngurtha. Het verraad van Bocchus, die zijnen schoonzoon Jugurlha overleverde aan de Romeinen, werd beloond met het weslerdeel van Numidië, hetwelk daardoor herschapen werd in Oost-M.; en in 't jaar 30 v. Chr. gaf Augustus geheel M. benevens Getulië aan Juba II, als vergoeding voor Numidië (waarover zijn vader Juba I geregeerd had, doch dat een romeinsch wingewest was geworden). In 42 na Chr. werd door keizer Claudius ook M. (onderworpen door SuetoniusPaulinus)tot een romeinsch wingewist gemaakt en ingedeeld in twee provinciën, nl. M. Tingitana (de westelijke prov.) met Tingts (thans Tanger) tot hoofdstad, en Af. Ccesariensis (de oostelijke prov.) met Ccesarea (thans Cberchell of Sjersjetl) tot hoofdstad. Later werd de prov. Tingilana bij Hispania ingelijfd. In de 7e eeuw werd M. in bezit genomen door de Arabieren, die, van Tingitana uit hunne kracht ontwikkelende, het westgothische Spanje veroverden. Ziehier de naamlijst der bekende koningen van M.:Ammon, omstr. 't jaar 1000
Sesac 973
Neptunus en Anteüs of Atlas 950
Bocchus I 107
Ascalis 85
Bogud 46
Bocchus II 38
Juba, van 30 v. Chr. tot 23 na Chr.
Ptolemeüs 38
Edemon 38—42