Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Marsen

betekenis & definitie

lat. Marsi,

1) een sabellisch volk in het oude Italië; ze woonden bezuidw. de Vestijnen en de Marrucijnen, in het bergland rondom het meer Fucino, en paalden ten Z. aan Latium ; hunne hoofdstad was Marrubium. Men hield hen voorde dapperste krijgslieden van Italië; vandaar het spreekwoord: Nee de Marsis, nee sine Marsis posse triumphari. Om het romeinsche burgerrecht te erlangen, traden de M. anno 91 v. Chr. in bondgenootschap met de Samnieten tegen Rome, en in dien verdelgenden Bondgenooten-oorlog of Marsischen oorlog werden ze door Cnejus Pompejus Strabo onderworpen.
2) M. of Maresaten, een germaansch volk aan den BenedenRijn, nam met de Cherusken een belangrijk deel aan den Varus-slag.

< >