1) oudste zoon van Jozef, werd (door zijnen grootvader Jacob geadopteerd) het hoofd der Manassieten, zijnde een der 12 stammen Israëls.
2) een man uit den stam Levi; Richt. 18: 30.
3) een koning van Juda; II Kon. 20, 21, 23 en 24; I Chron. 3; II Chron. 32 en 33; Jeremia 15.
4) twee Israëlieten, die in de babylon. ballingschap vreemde vrouwen hadden; Ezra 10: 30, 33.