Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Louvre

betekenis & definitie

lat. Lupara, een der schoonste monumenten van Parijs, op den rechteroever van de Seine, diende langen tijd tot residentie der koningen.

Het was aanvankelijk slechts een toren, in 1204 gebouwd door Filips-August om te dienen tot staatsgevangenis, terwijl de koningen er later hunne bibliotheek hielden. De opvolgers van Filips lieten bij dien toren galerijen bouwen, die telkens werden uitgelegd en bijgebouwd,en eindelijk tot aan de Tuileriën reikten. Karel V was de eerste, die zijne residentie in hel Louvre vestigde; en na hem heeft het meerendeel der koningen er verblijf gehouden, tot op Lodewijk XIV die de voorkeur gaf aan Versailles. Sedert dien tijd heeft men in bet Lonvre de verschillende academiën hunne vergaderingen laten houden, en ook de koninklijke drukkerij werd daar gevestigd. Onder het le keizerrijk werd het Louvre een museum, en die bestemming heeft het behouden. De vorsten, die het meest tot de vergrooting en verfraaiing van het L. hebben bijgedragen, zijn: Karel V, Lodewijk XH, Frans I, Hendrik If, Hendrik IV, Lodewijk XIII, Lodewijk XIV en Napoleon I. De grootste kunstenaars hebben er hunne talenten aan besteed; o. a. Pierre Lescot, Jean Goujon, Philibert Delorme, Claude Perrault, Soufflot, en in onze eeuw Fontaine.Percier, Visconti. Voor Napoleon III was de roem weggelegd het L. te laten voltooien (1855).

< >