Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Lodewijk van Holberg

betekenis & definitie

(baron), deensch schrijver, geb. 6 Nov. 1684 te Bergen in Noorwegen, eerst taalmeester, later professor te Kopenhagen, 1747 tot den adelstand verheven, gest. 27 Jan. 1754 te Soröe, waar hem een gedenkteeken opgericht is. Hij kan als de schepper der nieuwe deensche letterkunde beschouwd worden.

Zijne koddige romans, en vooral zijne blijspelen, maakten hem beroemd ; ook als geschiedschrijver heeft hij werken geleverd, die blijvende waarde hebben. Eene bloemlezing uit zijne werken verscheen onder den titel van Udvalgle Skrifler (21 dln. Kopenhagen 1806—14).

< >