d. i. Binders, in het Hollandsch gemeenlijk Bijidragers genaamd, in het oude Rome gerechtsdienaars, die tevens als lijfwacht dienden voor de hooge magistraatspersonen.
Vier en twintig L. vormden de wacht, die voor den dictator uit ging, twaalf L. liepen voor de consuls uit, zes voor de pretoren. De L. droegen op hunnen rug bundels roeden, uit welke eene bijl te voorschijn stak. Zij maakten plaats onder het samendringende volk, klopten aan de deuren van hen bij wie de magistraat in huis wilde, en legden ook de vonnissen ten uitvoer. Als de doodstraf voltrokken moest worden bonden zij den veroordeelde aan een paal, geeselden hem met hunne roeden, en hieuwen hem daarna het hoofd af met hunne bijl.