geb. te Marseille 1635, gest. 1702, bereisde Syrië, Palestina en Arabie, en beoefende de talen en de geschiedenis van de levantijnsche volkeren. Hij was achtereenvolgend buitengewoon gevolmagtigd gezant te Constantinopel, teTunis, consul te Algiersen te Aleppo.
Men heeft van hem Mémoires du chevalier d'Arvieux (6 dln.in 12°,1735) en Traité des moeurs et coutumes des Arabes (1717 in 12°), uitgegeven doorLaroque meteen "Verhaal van eene reis door d’Arvieux gedaan naar den grooten emir, het opperhoofd van de Arabieren der woestijn”.