Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Lascaris

betekenis & definitie

aanzienlijk grieksch geslacht, heeft verscheidene vorsten aan hel grieksche keizerrijk Nicea geleverd, alsook eenige vei dienstelijke geleerden. De grootste luister van dit geslacht dagteekent van de verheffing van Theodorus Lascaris.

Er bestonden nog in de 18e eeuw in het graafschap Nizza edellieden, die den naam van L. voerden als afstammelingen eener dochter van Johannes van Lascaris, bijgenaamd Ducas (keizer van Nicea in 1259 en 1260), in het laatst der 13e eeuw uitgehuwelijkt aan eenen graaf van Vintimiglia.(Theodorus van), keizer van Nicea, was de schoonzoon van keizer Alexius Angelus. Na de verovering van Conslantinopel door de Kruisvaarders (1204) ging hij in Klein-Azië een nieuw rijk vormen,samengesteld uit Bithynië, Lydië, Phrygië, en waarvan Nicea de hoofdslad werd. Hij had strijd te voeren gelijktijdig tegen zijnen schoonvader Alexius, en tegen den sultan van Iconium; maar hij wist zich vrij te maken van zijne vijanden, en hield zicb op den troon staande lol aan zijnen dood 1222. Hij had tot tweede vrouw eene dochter van i’. de Courtenay, die benoemd was tot keizer van Constantinopel. De opvolgers van Theodorus van L. waren zijn schoonzoon Johannes Ducas, bijgenaamd Vatatius (zie het art. JOHANNES Hl) en zijn kleinzoon Theodorus L., bijgenaamd de Jonge, die regeerde van 1255 tot 1259. Laatstgenoemde leed aan vallende ziekte, en verviel tot eene zwartgalligheid, die hem vele wreedheden deed begaan en die zijn leven verkortte. Hij liet bij zijnen dood een zesjarigen zoon na, Johannes van L., die een korten tijd den blooten titel van keizer droeg, doch die reeds spoedig van het keizerschap beroofd werd door Michael Paleologus (1260) en 1284 stierf.

(Constantinus), een geleerde Griek uit het geslacht der keizers, vluchtte 1454 uit Constantiuopel naar Italië, waar hij te Milaan, Rome, Napels en Messina de Grieksche taal onderwees, en 1493 stierf. Zijne grieksche spraakkunst (Erotemata, Milaan 1476 en dikwijls herdrukt) is tevens als eerste editie in die taal opmerkelijk.

(Andreas Johannes), bijgenaamd Rhyndacenus, neef van den vorige, ging met hem naar Italië, en hield verblijf te Florence, te Parijs, en te Rome, waar hij 1585 stierf. Behalve vele taalkundige verhandelingen en gedichten, leverde hij ook editiën van eenige grieksche schrijvers.

< >