Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Komorn

betekenis & definitie

hong. Komdrom, comilaat in Hongarije, had vóór 1860 eene uitgestrektheid van ruim 41 vierk. mijlen met 102,000 bewoners.

De hoofdplaats K., met 12,000 inw., is eene vrijstad eu de eerste vesting der oostenrijksche monarchie, en ligt op het eiland Schutt, aan de uitwatering van den Waag-Donau in den Grooten Donau. Het is eene oude stad, die echter van weinig gewicht was vóór den lijd van Matthias Corvinus; deze liet R. versterken, hetgeen later ook geschiedde door Ferdinand I en Leopold I. Door Soliman werd R. veroverd en in brand gestoken 1543; nogmaals door de Turken geplunderd 1594, en door de Keizerlijken 1597; door branden geteisterd 1767 en 1768, door aardbevingen 1763 en 1783, weder opgebouwd 1805 door Jozef II. De beroemde vesting K. ligt ongeveer 2000 schreden van de stad af, en is aan drie zijdeu omsloten door water; in den burgeroorlog van 1818 en 1849 was deze vesting het voornaamste punt van den opstand, en kwam eerst door de capitulatie van 27 Sept. 1849 weder aan Oostenrijk.

< >