Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jobab

betekenis & definitie

1) kleinzoon van Heber en zoon van Joktan; Gen. 10: 29; I Chron. 1:23.

2) een koning in Edom; Gen. 36: 33,34; I Chron. 1: 44, 45.
3) een koning in Canaan; Jozua 11: 1.
4) twee verschillende afstammelingen van Benjamin; I Chron. 8: 9, 18.

< >