Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jozua

betekenis & definitie

1) zoon van Nnn, uit den stam Ephraim, opvolger van Mozes als aanvoerder der Israëlieten, veroverde een groot gedeelte van Canaan, dat hij onder de stammen Israels verdeelde. Hij was 110 jaren oud toen hij stierf.

Behalve in de boeken Esod., Num., Deut. en elders in het O. T., waar melding van hem gemaakt wordt, is zijne geschiedenis beschreven in het boek Jozua, dat uit 24 hoofdstukken bestaat, en onder de kanonieke boeken is opgenomen tusschen 't boek Deuteronomium en dat van de Richteren; waarschijnlijk is het boek Jozua reeds in David’s tijd geschreven.2) een Belh-Semiet, op wiens akker 70 der voornaamste en 50,000 geringere inwoners van Belh-Sernes door den Heer doodgeslagen werden, omdat ze in de Verbonds-ark hadden gekeken; I Sam. 6: 19.
3) een hoogepriester, zoon van Jozadak (zie dat art.).

< >