Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jamblichus

betekenis & definitie

1) neoplatonisch wijsgeer, geb. in het laatst der 3e eeuw te Chalcis in Ccelesyne, gesl. 333, was een leerling van Porphyrus, en leeraarde te Alexandrie, waar hij zoogenaamde mirakelen deed ; hij was een der gevaarlijkste bestrijders van het Christendom. Men heeft van hem eene «Opwekking lot de philosophic" (uitgeg. door Kiessling, gr.-lat., Leipzig 1813), eene “Levensbeschrijving van Pylhagoras" (gr.-lat. uitgeg. door Kiessling, Leipzig 1816), en een -Brief over de mysteriën der Egyptenaren (gr.-lat. uitgeg. door Th.

Gale, Oxford 1678).2) een Syriër, schreef in 't laatst der 2e eeuw een griekschen roman: “llc Babylonieken of Minnarijen van Bhodanes en Sinonis”, waarvan slechts fragmenten tot ons gekomen zijn door Photius; het is de oudste grieksche roman die bestaat.

< >