Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Inn

betekenis & definitie

de CEnus der ouden, rivier in MiddelEuropa, een der voornaamste rivieren, die zich in den Donau ontlasten, ontspringt op den Mnnterasch in het zwits. kanton Grauwbunderland, komt uil het 4170 vt. hoog gelegene Lungin-meer in OpperEngadin, bij Pontait in Neder-Engadin, bij Landeck in het naar het oosten gerichte Boren- en BenedenInn-dal, is als de pols-ader van Tirol, baant zich bij Kufstein eenen weg door de Kalk-Alpen, vormt over eene vrij lange uitgestrektheid de grensscheiding tusschen Beieren en Oostenrijk, en valt na eenen loop van 98 mijlen in den Donau. De voornaamste rivier, die zich in de I. ontlast, is de bevaarbare Saltzach; de I. zelve wordt reeds bij Hall in Tirol bevaarbaar.

Naarde I. draagt een district in OpperOostenrijk zijnen naam, de Innkreis of het Innviertel, groot circa 41 vierk. mijlen, bevolkt met 140,000 zielen, met de stad Ried tot hoofdplaats.

< >