Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Tirol

betekenis & definitie

of Tyrol, het oosterdeel van het Rhelië der ouden, ooslenrijksch kroonland, voor vijfzesde gedeelten bergland (Hhelische Alpen), is 532 vierk. mijlen groot, bevolkt met 851,000 zielen; hoofdpl. Innsbruck.

In Noord-T. is de Inn, in Zuid-T. de Elscii de voornaamsle rivier. Begrensd wordt T. ten N. door Beieren, ten W. door Grauwbunderland, ten O. door lllvrié. lm Z. door ’t voormalig Lombard.Venei, koninkrijk. Zie HOFER (Andreas).

< >