Dezen titel gaven de romeinsche soldaten op het slagveld aan hunnen zegevierenden opperbevelhebber, die hem bleef voeren tot aan zijnen triomfantelijken intocht binnen Rome. Julius Cesar had den titel van I. voor zijn geheele leven ontvangen (45 v.
Chr.) bij zijnen terugkeer uit den Spaanschen oorlog. Aan Octavianus was de titel van I. toegewezen (29 v. Chr.) na den slag bij Actium. Daar na hem al de romeinsche keizers zich I. noemden, werd deze titel synoniem met dien van Keizer.