Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hesbon

betekenis & definitie

oudtijds eene Levieten-stad in Palestina, aan de overzijde van den Jordaan, in den stam Gad, behoorde oorspronkelijk aan de Moabieten, was vóór Mozes’ tijd de residentie van den Amorieten-koning Sihon, en heette in den romeinschen tijd Esbuta. In het O.

T. wordt H. vermeld : Nuro. 21: 25 en v.; 32: 3, 37; Bent. 2: 24; Jozua 13: 17, 26; I Chron. 6: 81 ; Hoogl. 7: 4; Jezaïa 15: 4; 16: 8, 9; Jerem. 48: 2, 34. 45; 49: 3. Zie ook SIHON.

< >