(Joh. Bapt. van), geneeskundige en cabbalist, geb. 1577 te Brussel, gest. 30 Dec. 1644 Vilvorden, gaf zich af met alchimie, en schiep een natuur-philosophie-stelsel, waarin hij de zonderlingste stellingen ontwikkelde.
Hij deed echter ook eenige nuttige scheikundige ontdekkingen, o. a. het laudanum van Paracelsus, den geest van hertshoorn en het sal-ammoniac. Zijne werken verschenen In Amsterdam (1648) en te Frankfort (3 dln. 1659).(Franciscus Mercurius van), jongste zoon van den vorige, geb. 1618, gest. 1699 te Berlijn, bracht, even als zijn vader, zijn leven door met het zoeken naar den steen der wijzen.