Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Helgoland

betekenis & definitie

het oude Hertha, rotsig eilandje in de Noordzee, is een kwart vierkante mijl groot, ligt 6 mijlen noordwestelijk voor de monden van de Elve en de Weser, heeft eene kleine stad met ruim 2500 inw. op het hooge gedeelte van H. (eene 160 vt. hooge rots), voor welke zich een laagland met

300 bewoners uitstrekt, van hetwelk men langs eenen fraaien trap van 195 treden naar het hoogland komt. Oostelijk van het laagland strekt zich eene 300 vt. lange, 1000 vt. breede zandplaat uit, aan welker westeinde eene zeebad-inrichting, die sedert eenige jaren druk bezocht wordt. H. heeft twee havens, en wordt verdedigd door vier batterijen. Van de 2800 zielen zijn er ongeveer 2300 van friesche afkomst. Vroeger behoorde H. aan Denemarken, doch 1807 werd het bemachtigd door de Engelschen, aan wie het bij het tractaat van Kiel (1814) is afgestaan.

< >