oud adellijk geslacht, reeds vóór de 12e eeuw in aanzien in het land van Meissen en in den Opperlausitz, sedert ook in Silezié, splitste zich in het begin der 18e eeuw in twee linien. Uit de oudste linie is gesproten: H. (Christian Heinr.
Kurt, graaf van), vrijheer van Kreppitz, geb. 11 Juni 1752 te Pauke bij Ols,pruisisch staatsman, wasl790 pruis. gezant te Weenen, teekende als zoodanig het traktaat van Pillnitz (1792), werd 1794 minister van buitenl. zaken en hoofd van het ministerie te Berlijn, maakte Pruisen los van de gewapende coalitie tegen Frankrijk, trad 1804 als minister af, ging 1805 als gezant naar Napoleon, en bracht de conventie van 15 Dec. tot stand, waarbij Pruisen, tegen afstand van eenig grondgebied aan Beieren en aan Frankrijk, in het bezit kwam van het keurvorstendom Hanover. In 1806 weder minister van buitenl. zaken, trachtte H. te vergeefs Pruisen in vrede te houden met Frankrijk; na den slag van Jena 1806 vergezelde hij den koning naar Oost-Pruisen, doch nam kort daarop zijn ontslag. Sedert 1820 hield hij verblijf in Italië, en stierf 19 Febr. 1852 op eene villa bij Este. Zijne Mémoires (in het Fransch) zijn 1837 in druk verschenen.