geb. 6 November 1797 te Parijs, bekwam 1821 aldaar den graad van doctor in de medicijnen, werd 1827 professor der hygiëne, later lid van de geneeskundige akademie. Met ijver voor de wetenschap bezield, is hij een in Frankrijk zeldzaam voorbeeld van een steeds voortstuderend en tevens gemoedelijk geleerde.
Onder zijne geschriften munten vooral uit : Cliniquc mèdicalc (3 dln. Parijs 1824; 4edruk, 5 dln. 1840); Précis d'anatomie pathologigue (3 dln. Parijs 1829); Coursde pathologie interne ( 3 dln. Parijs 1836; 2e druk 1848).