(François d’Aubusson, vicomte de La), maarschalk van Frankrijk, gesproten uit het geslacht van den grootmeester d’Aubusson, was een der ijverigste dienaren van Lodewijk XIV. Hij maakte met onderscheiding den veldtocht in Vlaanderen mede (1651—54); ging na den Pyreneeschen vrede onder Montécuculli dienen tegen de Turken; vergezelde Lodewijk XIV in 1674 bij de verovering der Franche-Comté; nam 1674 Salins in, en bemachtigde, met den degen in de hand, het fort St.-Etienne, dat Besançon verdedigde.
Hij werd 1675 maarschalk, 1681 gouverneur van Dauphiné, en stierf 1691. Hoveling en vleier bij uitnemendheid liet hij 1686 op eigen kosten op de ,,Place des Victoires" een prachtig standbeeld oprichten van Lodewijk XIV, gekroond wordende door de godin Victoria en met vier in ketenen geklonkene slaven aan zijne voeten, voorstellende vier overwonnene natiën; dat standbeeld is later vernield. (Louis de La), zoon van den vorige, sedert 1724 insgelijks maarschalk, liet zich in Piémont de nederlaag toebrengen door prins Eugenius.