Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Fee

betekenis & definitie

d. i. toovergodin. De feeën worden voorgesteld nu eens als eene jonge, schoone, prachtig gekleede vrouw, dan weder als een in lompen gehuld oud besje, maar altijd gewapend met eene tooverroede, waarmede zij hare bovennatuurlijke macht uitoefenden.

Zonder onsterfelijk te zijn, leefden ze verscheidene duizendtallen jaren. Het geloof aan feeen begon eerst algemeen in zwang te komen in de middeleeuwen; groote familiën, ja geheele volkeren hadden toen hunne beschermende fee; zoo had men de fee Melusina in Brittannië; de fee Banshee in Ierland, beschermgodin der familie Fitz-Gerald ; de fee der familie Ortoli op Corsica; de fee Morgana te Reggio; de fee Urgela, de Witte Vrouw der familie Avenel, in Schotland; enz. Ze onderhielden vertrouwelijken omgang met de menschen; ze vertoonden zich aan de wieg van den pasgeborene, in de beslissende momenten zijns levens, voorspelden hem zijne toekomst, brachten hem geschenken, enz.

< >