Met de letter F. (d. i. fagitivus) werden bij de oude Romeinen de slaven, die getracht hadden te ontvluchten, op hun voorhoofd gebrandmerkt.
Als romeinsch getalmerk beteekent F zooveel als veertig; en met een streepje er boven zooveel als veertigduizend.
Op nieuw-gemunte geldstukken beteekent F: op fransche, dat ze te Angers, op oostenrijksche, dat ze te Hall in Tirol, op pruisische, dat ze te Maagdenburg geslagen zijn.