bijgenaamd de Vrome, stichter van de geheele gothasche dynastie, geb. 25 Dec. 1601 te Altenburg, was de negende der tien zonen van hertog Johan van Weimar en Dorothea Maria van Anhalt; hij was een bondgenoot van Gustaaf Adolf, onttrok zich echter na den slag bij Nördlingen aan den oorlog, en sloot den vrede van Praag mede. In 1644 erfde hij de helft van het prinsdom Eisenach, en 1672 de altenburgsche en coburgsche landen, waarvan hij echter een gedeelte aan Weimar afstond.
Hij stierf 26 Maart 1675. Bij zijne gemalin Elizabeth Sophia van Altenburg verwekte hij twaalf zonen en zes dochters, waarvan zeven zonen (stichters van zoo vele afzonderlijke liniën) en twee dochters hem overleefden.