Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Eems

betekenis & definitie

1) rivier in de nederl. prov. Utrecht, dezelfde als de Eem.

2) E., of Ems, lat. Amasis, ontspringt aan den voet van den Stapelagerberg in de pruis. prov. Westfalen, wordt eerst bij Greven (in Pruisen) bevaarbaar; bij Papenburg wordt de E. eene belangrijke rivier, waarin zich vervolgens verscheidene bevaarbare waterstroomen ontlasten. Als grensrivier is de E. voor Nederland van aanbelang. Vóór den vreeselijkep Dollartvloed (1277) liep de E. langs Emden, met eene kromming ten oosten om Nesse en zoo vervolgens, tusschen Bierum en Larrelt, tusscheri Jansum en Loegen, voorbij Ooster-Reide, waar de Ee door middel van zeven schutsluizen in de Eems viel, welke laatste vervolgens in zee uitliep. Doch na den Dollartvloed heeft de E. haren loop bij Emden veel veranderd, en loopt nu dwars door den Dollart, ten westen om Nesse, en zoo vervolgens voorbij Loegen, de Knokke en Delfzijl, met twee uitwateringen in de Noordzee,waardoorzij onderscheiden wordt in Ooster-Eems en Wester-Eems; eerstgenoemde, ook wel de Nieuwe E. genoemd, loopt in zee tusschen de eilanden Borkum en Juist, en behoort dus volstrekt niet lot ons vaderland; doch de Wester-Eems loopt om den noordooslhoek der prov. Groningen, en valt tusschen Borkum en Rottum in zee. In het laatst der vorige eeuw gaf deze rivier haren naam aan een departement der Bataafsche republiek, en later aan een dept. van het fransche keizerrijk. Zie de beide volgende artt.

< >