dorp in de nederl. prov. Utrecht, ruim anderhalf uur gaans benoordwesten Amersfoort; had oudtijds stadsrechten, waarin E. zelfs nog 1576 door koning Fihps II van Spanje werd bevestigd, doch schijnt kort daarna den naam van stad verloren te hebben.
Veel leed E. in de binnenlandsche beroerten, inzonderheid van Hendrik van Beieren, den 58en bisschop van Utrecht, ook in den oorlog met Spanje, en bij den inval der Franschen 1672, wegens het kasteel (het Huis-ter-Eem), dat aan de overzijde der Eem lag, doch waarvan reeds in 1700 niets meer bestond dan een puinhoop. Dikwijls leed E. van overstroomingen, o. a. in 1702.