Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dublin

betekenis & definitie

het Eblana portui of Dublana der ouden, stad met 296,000 inw., hoofdstad van Ierland (en van een graafschap, dat circa 17 vierk. mijlen groot is en ongeveer 443,000 zielen telt), aan de uitwatering van den Liffey in de baai van Dublin. Volgens sommigen bestaat D. i'eeds sedert het jaar 140 onzer jaartelling; volgens anderen werd het in 831 door Oostmannen (Noormannen) gesticht onder den naam van Diflin; zooveel is zeker, dat het, ofschoon bepaaldelijk sedert de 10e eeuw residentie der iersch-normandische koningen, een armzalig vlek bleef tot 1213, toen de Engelschen (in 1171 was D. door den engelschen graaf Strongbow veroverd) er een kasteel bouwden; van dat oogenhlik af begon D. zich langzaam te ontwikkelen, en vormde tot in de 15e eeuw, met eenig omliggend grondgebied, een afzonderlijk graafschap; in de 15e eeuw van vestingwerken voorzien, werd D. door Elizaheth en door Karel I verfraaid; doch de oorlog belemmerde de opkomst van D., dat eerst sedert de laatste 60 jaren eene groote vlucht heeft genomen.

Het is de geboorteplaats van Usher, Denham, Parnell, Steele, Sheridan, Grattan, Burke, enz.

< >