oudadellijk geslacht in Westfalen, gesplitst in de hooldlinien D.-Hülshoff en D. zu Vischering. Uit laatstgenoemde linie maakte zich inzonderheid als een onverdraagzaam prelaat vermaard Clemens August, geb. 22 Jan. 1773 te Vorhelm bij Munster, die, 1835 tot aartsbisschop van Keulen verheven, in Sept. 1837 bij alle gemengde huwelijken de belofte eischte, dat de kinderen opgevoed zouden worden in de roomsche kerkleer.
Door de houding, die hij op dat stuk tegenover de pruisische regeering aannam, heerschte te Keulen een korten tijd de grootste gisting in de gemoederen ; doch door de krachtige houding van het openbaar gezag, en vooral doordien de aartsbisschop als gevankelijk naar Minden overgebracht werd (Nov. 1837), werd weldra orde en rust in Kenlen hersteld; bisschop Geissel, van Spiers, werd met het bestuur van het aartsbisdom Kenlen belast, en monseigneur D. zu Vischering vestigde zich 1841 te Munster, waar hij 19 Oct. 1845 stierf.