de aanhangers van Donatus Magnus, bisschop van Cellae Nigr® in Numidië, die anno 305 eene scheuring maakte in de Kerk, doordien hij het heilige Nachtmaal weigerde aan de Uitleveraars, dat wil zeggen aan ben, die onder de vervolging van Diocletiaan de heilige boeken hadden uitgeleverd aan de Heidenen. Hij deed Ceciltanus, bisschop van Carthago, afzetten, omdat die met inschikkelijkheid jegens de Uitleveraars te werk ging; doch hij werd zelf in den ban gedaan door paus Melchiades (313) en veroordeeld door verscheidene conciliën.
Intusschen telde de sekte der D. omstr. het jaar 330 reeds 172 bisschoppen in Noord-Afrika; de dweepers onder hen, genaamd Circumcellionen, d. i. landloopers, verwoestten van 348 af, gedurende dertien jaren, Mauritanië en Numidië. De sekte der D. hield zich aan eene zeer strenge kerkelijke tucht; afvalligen, die weder in de kerkelijke gemeenschap opgenomen wenschten te worden, moesten op nieuw gedoopt worden; en vooral van de geestelijken werd reinheid van zeden gevorderd, da3r de heilige sacramenten geen kracht hadden, wanneer ze bediend wierden door on waard igen. Door den invloed der romeinsche wetten, alsook door de wapenen der romeinsche legioenen, werd de sekte der D. langzamerhand geheel uitgeroeid.