Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dertigjarige oorlog

betekenis & definitie

de oorlog in Duitschland, die van 1618 tot 1648 door de protestantsche duitsche vorsten gevoerd werd tegen den keizer en de roomsch-katholieke vorsten. Het begin van dezen oorlog ligt in de niet-naleving van de concessiën op het stuk van godsdienstvrijheid, 11 Julij 1609 door koning Rudolf II aan de boheemsche oppositie gedaan, welke concessiën door zijnen opvolger Matthias niet vervuld werden.

Deswege werden 23 Mei 1618 de keizerlijke plaatsbekleders (Slawata en Martinitz, benevens hun secretaris Fabricius) door de leden der boheemsche stenden in hunne residentie (het kasteel Hradzjin) overvallen en het raam uitgesmeten, welke daad in de geschiedenis bekend is onder den naam van Defenestratie van Praag. In het wezen der zaak bragt deze oorlog weinig of geen verandering in den feitelijken toestand, zoo als die bij den aanvang was; en de rampen, door dezen oorlog over Duitschland gebragt, werden door inmenging van andere mogendheden nog slechts verhoogd. Intusschen werd het einde de zegepraal voor het beginsel van godsdienstvrijheid, bij den Westfaalschen vrede. De Dertigjarige Oorlog splitst zich eigentlijk in 4 kennelijk onderscheidene tijdperken, te weten:1° Het paltsgrafelijke tijdperk (1619— 1623) bevat den strijd van Frederik V, keurvorst van den Palts (en door de Bohemers tot koning verkoren, welke kroon hij aannam), tegen den even bekrompen denkenden als onverzettelijk roomschkatholieken keizer Ferdinand II, die door hertog Maximiliaan van Beijeren met 30,000 man bijgestaan werd, en door den veldslag aan den Witten Berg bij Praag (8 Nov. 1620) een einde maakte aan het koningschap van het “Winterkoninkje”, zooals Frederik spottenderwijze genoemd werd.
2° Het tweede tijdperk,het deensche genaamd (1625—1629), bevat den strijd door koning Christiaan IV van Denemarken, die zich aan het hoofd stelde van de overal in Duitschland verdrukte Protestanten, terwijl hij ondersteund werd door subsidiën uit Engeland. Hij had te kampen tegen Wallenstein en Tilly, twee namen, die alleen reeds deden voorzien wat de uitslag zou wezen van den strijd. Bij Dessau werd graaf Mansfeld 25 April 1626 door Wallenstein verslagen; en aan koning Christiaan werd bij Lutter 27 Aug. 1626 de nederlaag door Tilly toegebragt. Wallenstein veroverde Mecklenburg, en drong tot in Jutland door; en koning Christiaan achtte zich gelukkig eenen vernederenden vrede te sluiten 12 Mei 1629 te Lubeck.
3° Het derde tijdperk, het zweedsche genaamd, vangt aan met de landing van Gustaaf-Adolf van Zweden op Usedom (24 Junij tot 4 Julij 1630). Deze heldhaftige koning was door Frankrijk aangespoord om zich de zaak der verdrukte Protestanten, in Duitschland aan te trekken. Hij bragt Tilly twee nederlagen toe (17 Sept. 1631 bij Breitenfeld en 5 April 1632 aan de Lech), en trok 7 Mei 1632 Munchen binnen. Bij Lützen stond Gustaaf-Adolf tegenover Wallenstein, en bevocht ook hier de overwinning (6 Nov. 1632), doch sneuvelde in den slag. Met zijnen dood eindigde het zweedsche tijdperk,
4° Het vierde is het fransche (1635—1648). Het lag in de staatkunde van kardinaal Richelieu de duitsche Protestanten te ondersteunen, ten einde aan de dynastie van Oostenrijk afbreuk te doen; en de overwinningen van hertog Bernhard van Weimar, Condé en Turenne, alsook van de zweedsche veldheeren Banér, Torstenson, Horn, Königsmarck, enz. noodzaakten eindelijk den keizer den vrede van Munster, of zoogenaamden Westfaalschen vrede te sluiten (1648), waarbij tevens een einde kwam aan den 80-j. oorlog (zie TACHTIGJARIGE OORLOG) der Nederlanden tegen Spanje, en waardoor in Europa de zegepraal werd erkend van de vrijheid van geweten. Lezenswaardig is de Geschiedenis van den 30-j. oorlog, beschreven door den grooten Schiller.

< >