Oudtijds gaf men dezen naam aan een der. twee groote afdeelingen, waarin de Algemeene Christelijke Kerk zich gesplitst had; de andere afdeeling werd de Grieksche Kerk genoemd: beide namen waren gekozen naar de taal, waarvan men zich bij de kerkelijke plechtigheden bedjende.De christelijke gemeenten van Italië, Spanje, Afrika, de Gallién en de noordelijke landen behoorden tot de L. K., die ook Wcstersche Kerk genoemd werd, terwijl de Grieksche Kerk ook den naam droeg van Oostersche Kerk, Later is voor de L.
K. meer in zwang gekomen de benaming van Moomsche Kerk, omdat het opperhoofd dier Kerk (de paus) zijnen zetel heeft te Rome, wordende die Kerk ook even menigvuldig genoemd Katholieke Kerk, d. i. Algemeene Kerk, omdat daartoe in het algemeen behoorden al de Christenen, verspreid over de gansche aarde, om het even welke taal zij als hunne moedertaal spreken. Door de conciliën van Lyon en Florence werden vergeefsche pogingen aangewend om de Grieken en de Latijnen te vereenigen.