Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dalrymple

betekenis & definitie

schotsch geslacht, sedert 1150 in het bezit van de heerlijkheid Stair-Montgomery in het graafschap Ayr. Onder de leden van dit geslacht verdienen vooral melding:

(David), geb. 28 Oct. 1726, gest. 29 Nov. 1792, meer bekend onder den naam van lord Ilailes, geacht als regtsgeleerdeen geschiedschrijver; zijne Annalsof Scotland (2 dln. Edinb. 1776—79) zijn een verdienstelijk werk.

(Alexander), broeder van den vorige, geb. 24 Julij 1737, gest. 19 Junij 1808, voerde in dienst der 0. I. Compagnie 1759 bevel over eene expeditie in den indischen archipel. Teruggekeerd in Engeland, maakte'D.de plans voor de ontdekkingsreizen, die het engelsche ministerie sedert 1768 deed volbrengen door Cook. Als koninklijk hydrograaph wijdde D. zich geheel aan den vooruitgang der zeevaart- en aardrijkskunde; onder zijne vele werken munten uit eene verzameling van beschrijvingen betredende togten op de Stille Zuidzee (1770), een atlas der kusten van Malabar, Cormnandel, enz. (1806).

(John), baron der koninklijkeschatkist in Schotland, geb. omstr. 1726, gest. 1810, heeft »Gedenkschriften” in het licht gegeven (Londen 1771), waaruit blijkt,dateronderlvarelll, wiens partij hij met warmte was toegedaan, verscheidene leden van het engelsche parlement (onder anderen Algernon Sydney) bezoldigd werden door bodewijk XIV van Frankrijk.

(sir Hew Whiteford), geb. 1750, gest. 9 April 1830, werd ter zake van de 23 Aug. 1808 door hem aangegane conventie van Cintra voor eenen krijgsraad geroepen, doch vrijgesproken. In 1814 werd hij baronet, welke titel bij zijnen dood overging op zijn oudsten zoon D. (sir Adnlphus John), iuitenant-generaal en lid van het parlement.

< >