(prinsen van), adellijke familie uit Lithauen, gesproten uit het koninklijk geslacht der Jagellouen, heeft eene groote rol in de geschiedenis van Polen gespeeld. De familie C. draagt haren naam naar Czartorysk, een stadje in Volhynië, aan de Styr.
In 1413 schonk Ladislas Jagellon aan de familie C. den prinselijken titel, op grond van hare naauwe verwantschap aan het regerende stamhuis. In 1569 verleenden de prinsen C. hunne medewerking aan Sigismond-August om Lithauen bij Polen in te lijven. In de 18e eeuw trad Constantia C. in den echt met graaf Poniatowski, en haar zoon was Stanislas-August, die koning van Polen werd (1764—1795).(Adam Casimir), neef van Constantia, geb. 1731, gest. 1823, was paltsgraaf van Rusland, starost van Podolié en veldmaarschalk van Oostenrijk. Hij nam deel aan verscheidene pogingen, die de Polen deden, om het juk van den vreemdeling af te schudden; en sedert 1815 leefde hij stil op zijne landgoederen en hield zich bezig met de letterkunde te beoefenen en te beschermen. Zijne landgenooten gaven hem den bijnaam van Mecenas van Polen.
(Adam George), zoon van den vorige, geb. 14 Jan. 1770, ontving zijne opleiding aan de schotsche hoogeschooi te Edinburg, en hield vervolgens verblijf te Londen, totdat Kosciusko de vaan van den opstand opstak; toen spoedde C. zich naar zijn vaderland, nam roemrijk deel aan den strijd, doch viel in handen der Russen, en werd,met zijnen jongeren broeder Constantijn, op bevel van keizerin Catharina II naar Petersburg gebragt. Hier werd C. al spoedig de vriend van den grootvorst Alexander; doch diens vader had naauwelijks den troon beklommen (17 Nov. 1796) of hij zond C. als russisch gezant naar Turijn, ten einde hem zoodoende van zijnen zoon te verwijderen. Doch toen keizer Paul vermoord was (24 Mrt. 1801) en Alexander zelf den troon beklommen had, riep hij zijnen vriend uit Turijn terug, en stelde hem aan als minister van buitenlandsche zaken. Reeds dadelijk begon de russische adel te kuipen om C. uit dien hoogen post te verwijderen, hetgeen echter eerst eenige jaren later gelukte. In den slag der drie keizers (bij Austerlitz, 2 Dec. 1805) was C. echter weder aan de zijde van zijnen keizerlijken vriend; doch na den vrede van Tilsit nam bij weinig deel meer aan den gang van zaken: alleen als vriend van Alexander bleef hij te Petersburg. In 1812, toen zijn vader aan het hoofd van den poolschen opstand tegen Rusland streed, bleef C. aan Alexander trouw; hieraan had hij het te danken, dat hij. na het mislukken van den opstand, vergiffenis wist te verwerven voor zijnen vader. Nadat 30 Nov. 1830 Warschau in opstand was gekomen, werd C. lot hoofd van het voorloopig bewind gekozen, en bekleedde die waardigheid van 30 Jan. tot 17 Aug. 1831; na het mislukken van deze poging vertrok hij naar Londen, doch vestigde zich later te Parijs, was als het ware de ziel van alle opvolgende pogingen, die de Polen deden om het juk van Rusland af te schudden, en stierf te Parijs 15 Julij 1861.
(Ladislas), jongste zoon van den vorige, werd door zijnen vader op diens sterfbed belast om verder voor de nationale zaak van Polen te strijden, en de zoon heeft aanvankelijk reeds getoond zijnen vader waardig te zijn.