Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Celten

betekenis & definitie

of Kelten, lat. Celtce, een tot de indogermaansche familie behoorend volk, dat eens zeer verspreid was, doch thans, tot in het uiterste westen van Europa teruggedrongen, van lieverlede schijnt te verdwijnen.

Afgezien van de zeer onbestemde sporen van celtische bevolking in het noorden van Germanië, vinden wij in den historischen tijd als voornaamste woonplaatsen der C. transalpijnsch Gallië en de britannische eilanden. Ze laten zich alsdan splitsen in vier hoofdtakken, nl.: de eigentlijke C. of Galliërs en de Belgen {Beiges) in Gallië, de Britanni of Britones op de naar hen genoemde britannische eilanden, de Caledoniërs en de Hiberniërs. Uit Gallië waren C. verhuisd naar Hispanië, waar ze zich met de oorspronkelijke bevolking vermengden, uit welke ineensmelting het volk der Celtiberiërs ontstond; in de 6e of 5e eeuw v. Chr. hadden zich celtische volkeren nedergezet door geheel noordelijk Italië, terwijl omstreeks den zelfden tijd een andere stroom van die volkeren den Rijn overgetrokken was, en zich in het zuiden van Duitschland had gevestigd. Tegen het einde der 4e eeuw v. Chr. ontmoeten wij C. (Scordisken) in de landstreek van het tegenwoordige Servië, van waar zij verwoestende strooptogten ondernamen tot in Griekenland (280 v. Chr. naar Delphi), en zich eenigen tijd later nederzetteden in Galatië. In de celtische landen, die door de Romeinen onderworpen werden, vindt men de C. slechts als grond-elementen, uit welker vermenging met anderen zich nieuwe volken vormden, zooals de Franschen. Tegenwoordig bestaan ze met eene eigene taal nog slechts in Bretagne, Hoog-Schotland, Wallis, Man en Ierland. Deze resten zijn, naar de taal die onder hen gesproken wordt, te splitsen in twee hoofd-afdeelingen, nl.: 1) de gadhelische, met het lersch, het Gaëlisch (of Hoog-Schotsch) en het Mank (op het eiland Man), en 2) de cymrische, met het Welsb (fr. Gallois), het sinds den aanvang der 19e eeuw uitgestorvene Cornish (in Cornwallis) en het Armoricaansch (of Bas-hreton.)

< >