een toovenaar der 18e eeuw, wiens ware naam Giuseppe (d. i. Jozef) Balsamo was, geb. 2 Junij 1743 te Palermo uit geringe ouders, kwam vroeg in dienst bij den apotheker in een klooster, deed daar veel medicinale kundigheden op, werd eindelijk uit het klooster weggejaagd, nam toen den titel van graaf aan,en noemde zich graaf Alessandro Cagliostro, moest wegens vele opligterijen uit Palermo vlugten, trouwde in Calabrië met de schoone Loreuza Feliciana, die hij vervolgens dienstbaar wist te maken aan zijne slinksche praktijken en afzetterijen.
Hij toog onder verschillende namen rond door Italië, Griekenland, Egypte, Arabie, Perzie, heteiland Malta en nagenoeg al de voorname steden van Europa, speelde overal voor wonderdokter, alchimist, geestenbanner.enz., verkocht levenstinctuur enschoonheidswater, trad vervolgensopals stichter van eene geheime sekte, nam als hersteller van de oude egyptische vrijmetselarij den titel aan van Groot-Cophta, en vond overal gretige aanhangers in wier bijgeloovigheid hij den krachtigsten bondgenoot vond, om hen te bedriegen. In 1780 kwam hij in Frankrijk, liet zich eerst eenigen tijd bewonderen te Straatsburg, en ging toen naar Parijs, waar bij als wonderdoener met opene armen werd ontvangen, en omging met de voornaamste personen van het hof. Met kardinaal Rohan(zie RonAN)1785 in de beruchte halssnoergeschiedenis betrokken, werd C. in de Rastille gekerkerd, en 1780 uit Frankrijkgebannen.Nubegaf hij zich naar Engeland, vervolgens naar Zwitserland, toen naar Italië, werd 1789 te Romein hechtenis genomen verdacht van vrijmetselarij, 17 April 1791 deswege veroordeeld tot levenslange gevangenis, en siierf 1795 op het fort San-Leon bij Rome.